Haas

Een lichaam gebouwd om te vluchten    

Goed verstopt    
Eén van de grotere, kenmerkende zoogdieren van de Europese graslanden is de haas, die voorkomt in verschillende typen graslanden van het Middellandse Zeegebied tot landklimaten. Ze leven ook langs bosranden en in landelijk gebied, waar ze grassen, kruiden en gewassen grazen.

Hazen zijn van nature schuw en rusten overdag vaak in ondiepe kuiltjes, legers genaamd, die vaak in de dekking van planten liggen, waardoor ze onopgemerkt blijven. Groene monoculturen (bestaande uit slechts één gewas) bieden nauwelijks variatie in voedsel en minder camouflage voor de bruine vacht, waardoor hazen mogelijk in aantal zijn afgenomen in een groot deel van het verspreidingsgebied.

In het vroege voorjaar vechten met name mannetjes om het recht te mogen paren door elkaar aan te vallen en te achtervolgen, waarbij ze soms op hun achterpoten staan en elkaar te lijf gaan met de voorpoten als in een heuse bokswedstrijd.

Kracht & behendigheid
Hazen zijn een prooi voor verschillende roofdieren, zoals vossen en buizerden, en zijn anatomisch aangepast aan het uitvoeren van vluchtmanoeuvres: het lichaam is optimaal gebouwd voor behendigheid, rennen op hoge snelheid en springen. Een hele dikke laag rugspieren aan zowel de binnen- als buitenkant van de ruggenwervels werkt als hoofdmotor om snel weg te kunnen komen.

De spieren kunnen de ruggengraat krachtig spannen in een gebogen positie, en de achterpoten brengen deze kracht over naar de grond, waardoor de haas als het ware vooruit wordt gekatapulteerd. Ook de achterpoten zijn uitgerust met sterke spieren en lange peesbanden lopen tot aan de voeten door, die samen als een elastiek werken en het mogelijk maken om met weinig energie te springen.

De spieren van de achterpoten liggen voornamelijk dicht tegen het lichaam, waardoor de voeten erg dun en lichtgewicht blijven en supersnel kunnen bewegen. De meeste zoogdieren hebben (net als mensen) vijf tenen aan de achterpoot, maar hazen hebben er slechts vier, waardoor extra gewicht wordt bespaard. Sterke, scherpe nagels zorgen voor voldoende grip als hazen op gladde bodem of natte vegetatie bewegen.

Vergeleken met de robuuste achterkant van het lichaam zijn de voorpoten en kop erg klein en verre van ontwikkeld om de kracht voor hogesnelheidsbewegingen te leveren. Afgezien van het strijdlustige vechtgedrag gebruiken hazen hun voorpoten voornamelijk om tijdens het rennen te landen op de grond.

Hun extreem beweeglijke schouder werkt als een schokdemper om de impact tijdens het neerkomen op te vangen. Het bot van het schouderblad zelf is uit gewichtsbesparing niet dikker dan noodzakelijk is om het lichaam te dragen tijdens het rennen.

Lees verder

Geen knaagdier
Hazen zijn echte planteneters en scheuren plantendelen af met zes scherpe snijtanden, waarmee ze zich onderscheiden van knaagdieren, zoals eekhoorns of bosmuizen, die vier snijtanden hebben (een derde paar snijtanden bevindt zich bij hazen achter de bovenste snijtanden).

De maag is een grote, dunwandige zak met verschillende typen weefsel in de binnenwand. Sommige weefsels kunnen zuren en verteringsenzymen produceren, terwijl andere weefsels dienen als elastisch opslagvat om voedsel op te slaan. Het plantaardige dieet van hazen is moeilijk verteerbaar en vereist een efficiënte vertering. 

Daarom is de darm lang en verbonden aan een blinde darm, die een unieke structuur heeft met vele uitstulpende lobben, om het oppervlak waarop bacteriën het voedsel kunnen fermenteren te vergroten. Vetreserves om de winter door te komen worden niet aangelegd tussen de darmen, zoals bij veel andere dieren, maar tegen de rib- en pootspieren. Deze spieren hebben snelle energie nodig om plots te kunnen vluchten voor een roofdier en kunnen daarvoor het dichtbijgelegen vet gebruiken, waardoor ze op tijd wegkomen.  

Unieke schedel
Hazen zijn uniek binnen de zoogdierwereld door hun zogenaamde kinetische schedel, wat inhoudt dat sommige schedelbeenderen los van elkaar kunnen bewegen. De achterkant van de hersenpan kan scharnieren ten opzichte van de voorkant van de schedel (scharnierpunt hier aangegeven met rode lijn), waardoor de schokken van het landen op de grond met de voorpoten tijdens het rennen op de hersenen kunnen worden opgevangen. De rechtopstaande houding van de oren tijdens het rennen (zie video) zou deze beweging van de schedel continu ‘resetten’ om telkens de schok van de volgende stap weer te kunnen opvangen. De exacte werking van deze kinetische schedel is echter nog gedeeltelijk onbekend.

Hoewel hazen sterk doen denken aan konijnen verschillen ze best veel in levenswijze en gedrag. Hazen leven voornamelijk individueel en gebruiken geen holen, en hun jongen worden volledig behaard en met geopende ogen geboren, waardoor ze het nest snel kunnen verlaten en zich kort na de geboorte al kunnen verplaatsen.